Bedieningselementen en aansluitingen
A | Schakelaar <ON/OFF> | B | Schakelaar <Auto/Manual> |
C | Zekering | D | Power-LED |
E | Service-LED | F | Stroomtangaansluiting |
G | Akoestisch-signaalgenerator | H | Vermogensregelaar |
I | Urenteller | J | Voedingskabel |
Schakelaar <Auto/Manual> | Het automatisch start-stopsysteem is geactiveerd als de schakelaar in de stand <Auto> staat. Als de schakelaar in de stand <Manual> staat, is het automatisch start-stopsysteem gedeactiveerd en moet het apparaat met de hand worden in- en uitgeschakeld. |
Power-LED | De power-LED brandt ononderbroken als de motor loopt. Tijdens het initialiseren knipperen de power-LED en service-LED afwisselend. |
Service-LED | In de installatie is een beveiliging ingebouwd om de minimaal af te zuigen luchthoeveelheid te bewaken. De controle wordt gerealiseerd door een drukverschilsensor. De service-LED brandt ononderbroken en er klinkt een akoestisch signaal als beide filterpatronen niet in orde of verzadigd zijn en moeten worden vervangen. Tijdens het initialiseren knipperen de service-LED en power-LED afwisselend. |